Zaterdag 13 juli gingen de Dolfijnen (Ruud, Nienke, Jakub, Papa (Laurent) en ik) en de Skonenvaarders (Thijs en Peter) naar het Keteleiland.
Het was een lange tocht, ik had nog nooit zo lang achter elkaar gevaren, gelukkig had ik handschoentjes gekocht bij Arjan Bloem, die zorgden ervoor dat ik niet tussen mijn duim en wijsvinger pijn kreeg.
Op een gegeven moment moesten we overdragen, dat is dat er ergens een glijbaan is voor de kano, maar ook een trap voor de kanovaarders, het doel van het overdragen is om over een klein dijkje te gaan en aan de andere kant weer in het water te gaan om verder te varen.
Dat overdragen vond ik moeilijk met een volgeladen boot.
De boot was volgeladen met een tent, tandenborstel, tandpasta, enz. omdat we gingen kamperen.
Toen we voor de tweede keer gingen overdragen was er een pad van platgetrapt riet, maar verder was het net een oerwoud, toen we eenmaal weer in de kano zaten ging alles weer goed.
Niet veel later was ik erg moe maar het was niet meer ver, ik zette al mijn kracht dat ik zo snel mogelijk op het eiland zou zijn.
Toen we op het eiland waren, gingen we de tenten opzetten. Toen de tenten klaar waren gingen we eten, we aten macaroni, ham, kaas, paprika en tomaat, ik kon wel vier borden op, én dat deed ik ook!
Na het eten hebben we het eiland verkend. Teruggekomen bij de tenten gingen we een vuurtje stoken. Dat lukte niet zo goed. De lucifers braken, de aansteker deed het niet zo goed en het vuur doofde steeds. Ruud zei: “We hebben papier nodig.” toen zei ik: “Ik haal wc-papier.”
Ik wikkelde het wc-papier om een tak heen, we staken het wc-papier aan en het brandde goed, ik stopte de tak onderin, het werd een heel mooi kampvuur! Volgens mij hebben we er wel een uur gezeten. Toen ging iedereen slapen.
—
Ik had gedacht dat ik wakker zou worden van het gefluit van de vogels, het was ook niet het licht die mij wekte, het was het gesnurk van Ruud!!
We hadden een heel gezellig ontbijt, Peter kan heerlijke eitjes bakken.
Toen we alles weer in de kano hadden gestopt gingen we het water op.
Na een tijdje in de ochtend voeren we langs een vogeleiland en we zagen daar een flamingo. Thijs ging vooruit om foto´s te maken, en ik volgde hem. Ik vond het heel bijzonder om daar een flamingo te zien, want in Nederland zie je niet zo vaak flamingo´s.
Later splitsten we de groep, Thijs, Peter en ik gingen terug kanoën naar de vereniging van de Skonenvaarders, de rest ging nog een eindje om peddelen, naar het Ijsseloog.
Eenmaal bij de sluis gekomen moesten we heel kort wachten, in de sluis gekomen konden we meteen doorvaren, maar het wachten was op de deuren van de sluis, ze stonden op een kier, maar we konden er nog niet door, na een tijdje gingen de deuren langzaam, krakend en piepend open.
Aan de andere kant van de sluis waren we al snel weer bij de vereniging van de Skonenvaarders.
De anderen kwamen later terug.
Ik vond het een hartstikke leuk kamp! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Dit wil ik nog wel eens doen, zo varen en dan met een tentje en een kampvuur, dit kamp was hartstikke gaaf!!!!!!
Julien