A petite cause, grands effets
‘kleine oorzaken hebben grote gevolgen’ (Frans spreekwoord)
Deze zwarte vogel geeft een bijna zwakzinnige indruk zoals hij met uitgespreide vleugels zit op een balk van een hoofdspanningsmast, een basaltblok of een tak van een doodgescheten boom. Na het verteren van een heerlijk maaltje fluimt de vogel een braakbal van visschubben en visgraat of wat bleek slijmerig spul. Het hele voorkomen van deze vogel ziet er inderdaad ietwat onsmakelijk uit. Met het zwarte uiterlijk lijkt hij eerder op een medewerker van een uitvaartvereniging en komt de vogel niet echt sympathiek over, zoals bijvoorbeeld de prachtig gekleurde ijsvogel.
De aalscholver is een geduchte concurrent van de beroepsvissers. Maar een dier denkt niet via economische principes, kent geen financiële wereld, werkt niet met de ellebogen. Dieren leven niet volgens algemeen geaccepteerde menselijke regels en wetten. Elke diersoort heeft onbedoeld een belangrijke plek in een voedselpiramide en in de biotoop waarin hij leeft, leeft in een meedogenloos keiharde wereld van eten en gegeten worden, van instandhouding van de soort en meer van deze natuurlijke evenwichtige maatstaven. Zo ook de aalscholver.
Bij sommige diersoorten kun je spreken van het achterwege blijven van erkenning. En daarvoor is de RIAG (Regionale Instelling Aalscholver Geluk) opgericht, wij mensen maken daar ook gretig gebruik van. Dat hebben we als overeenkomst met de aalscholver. Tijdens de therapieën daar, krijgen de aalscholvers in grotere geestelijke nood te horen dat het heel normaal is zoals ze leven en, dat hun levenswijze geheel past binnen de kaders van de wetten der natuur. Het is: ‘zij of wij’. En wie was er eerder: de kip of het ei? Heel natuurlijk, natuurlijk.
Aalscholvers blijken balanceurs pur sang. Niet alleen zoals ze daar met uitgestrekte vleugels in de, soms harde, wind hun veders drogen. Het zijn balanceurs, vooral om hun aandeel in het natuurlijk evenwicht in de waterplas. Zo voorkomen ze een veel te grote visstand, Waardoor er een scheefgroei in de onderwaterwereld zou kunnen ontstaan. Zou kunnen, want de natuur regelt natuurlijk alles zelf. In de natuur is overal een pasklare oplossing voor dat moment en voor die plek.
Aalscholvers jagen soms in grote groepen waarbij ze onder water zwemmend (ze hebben zwemvliezen tussen de tenen) scholen vissen opdrijven om makkelijker individuele vissen buit te kunnen maken met hun snavel, met gehaakte punt.
Om goed te kunnen duiken persen ze alle lucht uit hun veren Door het ontbreken van vetklieren worden ze bij het onder water gaan nat tot op de huid en daarom moeten ze zich drogen voordat ze opnieuw in het water duiken.
Eeuwenlang is de aalscholver door vissers achtervolgd, vanwege de grote hoeveelheid vis die de aalscholver eet. De vissers waren namelijk boos dat de aalscholver vis eet die zij graag in hun netten wilden. Maar aalscholvers eten eigenlijk bijna alleen vissen die wij mensen niet eten. Waarom dan die minachting?
Een ander positief effect van de scholen aalscholvers die in hoge bomen rusten, is dat ze nieuwe natuur creëren. Ze schijten de bomen waarin ze rusten letterlijk dood. De dode boom valt uiteindelijk om door harde wind en/of omdat de boom, door afgevallen takken, aan één kant te zwaar is geworden.
En zo ontstaan er op die opengevallen plek nieuwe kansen, nieuwe mogelijkheden; nieuwe natuur, omdat de zon daar de grond weer van licht en warmte kan voorzien.
Toch knap dat je dat met je stront kunt bewerkstelligen …