De boogslag achterwaarts wordt gebruikt om de kajak van richting te doen veranderen:
- Als op zichzelf staande techniek.
- Voorafgegaan door een voorwaartse boogslag aan de andere kant.
- Voorafgegaan door een achtersteven roer.
- Opgevolgd door een trekslag voorwaarts.
De drie fasen van de boogslag voorwaarts geleden ook voor de boogslag achterwaarts, alleen in de omgekeerde volgorde.
Dit geldt ook voor de boogslag achterwaarts.
Armen:
- De duwarm is gestrekt.
- De andere arm is zo dicht mogelijk voor de borst, waarbij de onderarm en peddel een hoek van 90 graden vormen.
- Drie fases in de duwbeweging:
- weg van de kajak.
- parallel aan de kajak.
- tot ca. 45 graden t.o.v. de as van de kajak naar de voorkant.
- De totale duwbeweging is dus een cirkelboog van ca. 135 graden.
Romp:
- Zie boogslag voorwaarts.
Onderlichaam:
- Zie boogslag voorwaarts.
Schouders:
- Zie boogslag voorwaarts.
Hoofd:
- Volg het blad van de peddel insteek tot aan het einde van de boogslag.
Peddel:
- Gehele blad in het water.
- Blad loodrecht op oppervlak van het water.
- De peddel evenwijdig aan de kajak.